Ik wens iedereen een geweldig mooi en
liefdevol 2015!!
Mijn
eerste blog in 2015. Van de hoeveel? Geen idee en het is maar goed dat ik het
niet weet, anders werd ik nu al zenuwachtig. Met een Rettmeid in ons gezin
leven we met de dag. De ene dag gaat het geweldig met onze dame, een mooie
glimlach op haar gezicht.
Maar
er zijn ook vaak dagen, dat Nathalie niet lekker in haar velletje zit, veel
bezig is met haar ademhaling, wegdraaiende ogen, alleen maar bezig om weer
terug op aarde te komen. Dan is het zwaar voor haar, zwaar voor ons. We blijven
bij haar, strelen haar, spreken haar moed in. Maar die mooie glimlach maakt
veel goed:
Even
terug naar mijn vorige blog. Ik ben geëindigd met dat ik een uitgebreide mail
zou maken aan onze Rettspecialist en naar de slaapspecialist. En natuurlijk heb
ik dat gedaan. Binnen een dag al antwoord van de slaapspecialist, dat hij het
gewoon niet weet. We hebben natuurlijk niet veel aan zo’n antwoord, maar het is
wel eerlijk. Een paar dagen later ook antwoord van de Rettspecialist. Hij had
nog een medicatie om te proberen; had het ook al in mei voorgesteld, maar toen
durfden we het nog niet aan. Er was nog een jong Rettmeisje, en zij gebruikt dit
medicijn ook voor het beter slapen. Natuurlijk heb ik direct contact gezocht
met deze ouders (lang leve internet) en ze waren redelijk positief. Nathalie
sliep al weken, maanden, jaren niet door, dus we gaan ervoor. Nozinan heet dit
medicijn, helaas wordt het niet vergoed, maar we grijpen alles aan. Nou ja
alles, we wilden beslist niet dat ze overdag als een zombie in haar rolstoel
zou zitten. We gebruiken het nu twee maanden en we zijn super positief.
Nathalie kan zomaar ineens twee nachten achter elkaar doorslapen en dat is zo
ontzettend fijn.
Tobii
Sinds
een week hebben we een opbouw op de rolstoel voor de Tobii. En hij bevalt goed.
Als we hem niet gebruiken, dan klappen we hem naar achteren. Lekker compact. De
rolstoel is wel wat breder, dus het is meer manoeuvreren door de
deuren:
Ouderinitiatief
In
februari wordt Nathalie 19 jaar. Het liefst zouden we haar altijd thuis willen
houden, maar helaas worden ook wij een dagje ouder (pfff, dit klinkt alsof we
al heel erg oud zijn, valt mee hoor). Op dit moment gaat Nathalie vijf dagen per
week naar een dagbesteding en een weekend in de twee weken naar een logeerhuis.
Zo is het op dit moment goed vol te houden, maar natuurlijk is het zwaar, de
verzorging wordt zwaarder, de nachten zijn zwaar (alhoewel het nu een stuk
beter gaat). Gelukkig heeft Nathalie vier persoonlijke begeleiders ‘in dienst’,
die ons goed ondersteunen.
Wat
willen we straks? Vroeger hebben we altijd gezegd, dat Nathalie ‘’straks’’ ook
op kamers moet gaan, net zoals de jongens. En ondertussen wordt ze bijna 19. We
zijn op een aantal plekken wezen kijken, en dat is goed. We weten nu wat we wel
willen en we weten wat we niet willen.
We
hebben besloten om een ouderinitiatief op te zetten. Een woonhuis voor acht of
zestien jong volwassenen. Met daarop dagbesteding, zodat ze niet meer bus
hoeven te gaan. We hebben nog een aantal ouders enthousiast gekregen en samen
gaan we ervoor. Het moet top worden, het moet geweldig worden. Een
zorginstelling gaat ons begeleiden, dus het moet gewoon lukken. Waarschijnlijk
zal de voorbereiding nog wel vier jaar kosten, maar dat maakt niet uit. Het
moet en zal een warm nest worden voor onze lieve Nathalie.
‘Hazeltje,
je moet gaan slapen.
Spring maar
op mijn rug, dan breng ik je naar bed.
Hou je goed
vast – daar gaan we!’
’Grote Haas,
kom eens hier met je oren.
Ik moet je
iets héél belangrijks vertellen.
Raad eens
hoeveel ik van je hou?’
‘Oei, dat is
moeilijk,’ zegt Grote Haas.
‘Dat kan ik
niet raden. Hoeveel dan wel?’
‘Zoveel!’
Hazeltje rekt zijn armen uit zo ver hij maar kan.
Grote Haas
strekt ook zijn armen: ‘En zóveel hou ik van jou!’.
Dat is een
heleboel, denkt Hazeltje.
‘Ik hou van
jou ….. tot zó hoog boven mijn hoofd!’
‘En ik hou
van jou … tot zóóóó hoog boven mijn hoofd!’
Gossie, wat
hoog, denkt Hazeltje. Had ik maar zulke lange armen.
Maar dit kan
Grote Haas vast niet nadoen. Een twee hup, op mijn handen.
’Joehoe,
kijk eens hoe hoog ik kom!’
’Ik hou van
jou helemaal tot boven in mijn tenen!’
‘En ik hou
ook van jou helemaal tot boven in je tenen!’
Grote Haas
zwaait Hazeltje hoog boven zijn hoofd.
‘Ha!’ lacht
Hazeltje. ‘Ik hou van jou zo hoog als ik kan springen!’
Hop! Hop! en
…. HOP!
‘En ik hou
van jou zo hoog als ik kan springen. Let maar eens op!’
Grote Haas
neemt zo’n grote sprong dat zijn oren de takken raken.
Tjonge,
denkt Hazeltje. Als ik toch eens zo kon springen.
‘Ik hou van
jou…. Ik hou van jou….. zo ver als het pad daar beneden!
Helemaal tot
aan de rivier!’
‘Ik hou van
jou tot óver de rivier. Nee, wacht eens, nog véél, véél verder.
Helemaal tot
achter de heuvels.’
Helemaal tot
achter de heuvels – kun je iets verders verzinnen?
Hazeltje
heeft zo’n slaap dat hij haast niet meer kan denken.
Het is al
nacht. Hoog aan de hemel staat de maan.
Maar wacht
eens, wat kan er verder weg zijn dan de wolken en de maan?
‘Ik hou van
jou helemaal tot aan de maan,’ zegt Hazeltje en hij doet zijn ogen dicht.
‘Dat is ver,’
zegt Grote Haas. ‘Dat is heel, heel erg ver.’
Grote Haas
legt Hazeltje voorzichtig in zijn bedje van varens.
Hij geeft
hem een nachtzoen. ’Slaap lekker,’ zegt hij.
En terwijl
Grote Haas dicht naast Hazeltje gaat liggen fluistert hij:
’Ik hou van
jou helemaal tot aan de maan – EN TERUG.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten